De Katharen

In de 11e eeuw ontstond een groep, waarvan zowel Adel als Burgerij deel uitmaakten, die een godsdienstige stroming aanhing, uitgaande van de filosofie over Goed en Kwaad. Zij noemen zich Katharen, ook wel Albigenzen, omdat er veel in Albi woonden. Het woord Katharen betekend eigenlijk 'Zuiveren', en het woord 'Ketter' is hierven afgeleid. Deze groep wees de bestaande hierarchie van de Rooms Katholieke kerk af en benoemde in 1167 tijdens een concilie eigen bisschoppen en diakenen. De Paus trachtte de Katharen echter van hun dwaalspoor af te brengen en riep op tot een kruistocht tegen hen.

De centra van deze Katharen waren Toulouse, Beziers, Carcassonne, Albi, Minerve en Avignon.

In 1209 werd Beziers ingenomen en werden 60.000 Katharen gedood, waarna in 1215 Albi en Toulouse werden overvallen, in 1255 gevolgd door AVvignon en in 1244 Montsegur, het laatste bolwerk van de Katharen. Hier werden 200 mensen op de brandstapel omgebracht, evenals een zelfde aantal in Minerve.